Als ik lees dat er ergens in de diepste diepten van Limburg een bron is waar ooit een draak woonde, en als ik toch die kant op wil voor spannende onderzoeken elders, dan gaan we er natuurlijk naartoe.
‘We’ zijn moeder en zoon: zoonlief woont in Ierland maar komt een paar dagen op bezoek bij zijn moeder en wil best mee op avontuur. Ik vind het wel een tikje verdacht dat ik nog nooit eerder van deze bron had gehoord, maar een mens kan niet alles weten.
‘De Lambertusbron’, zo lees ik, ‘is een bron in Holset in de gemeente Vaals in Limburg. De bron ligt aan de voet van de kerkheuvel waarop de H.H. Lambertus en Genovevakerk staat. Naast de bron ligt er een Lourdesgrot uit het einde van de 19e eeuw. De bron is gewijd aan Sint-Lambertus.’ Lambertus? Ik ben niet zo thuis in die heiligen. Sorry katholieke mama en oma. Opzoeken dus.
‘Lambertus van Maastricht, ook Lambert, Landebertus of Lambrecht (Maastricht, 638? – Luik, 17 september 705?), was bisschop van Maastricht, was ook daar geboren, en is de patroonheilige van de textielarbeiders. Zijn naamdag is 17 september en zijn attribuut is een lans.’
Draken, textiel en Lourdesgrotten! Wat een leuke combi!
‘In de prehistorie zouden de Eburonen op de heuvel een tempel hebben gehad die gewijd was aan Bel.’ Wacht even…. Wie was dat ookalweer? De Mesopotamische god Bel? In Maastricht? Nee, dat lijkt me stug. Oh. Deze natuurlijk!
‘Belenos, Belenus of Beli Mawr, de Keltische god van de zon. En god van lucht en genezing, van boogschieten, voorspelling en muziek.’ Druk baasje. ‘Hij werd op 1 mei geëerd, de Kelten hielden dan het feest van Beltane. Ze maakten dan grote vreugdevuren, om de warmte van de zon te bevorderen. Hij ontving ook votiefgaven. Zijn symbool was het paard en wiel, en hij zou met zijn strijdwagen door de zon rijden. Het geloof in Belenos was wijd verspreid, van Engeland tot Zuid-Gallië en Noord-Italië. Mogelijk was de god Bel de gemeenschappelijke god van de Keltische stammen in het gebied dat Belgica werd genoemd. Belenos was het Keltische evenbeeld van Apollo, de zoon van Jupiter en Latona. Belenos is bij het brede publiek bekend geworden als één van de goden die aangeroepen wordt in de stripreeks Asterix.’
Fijn, Bel, draak, Asterix, een paar heiligen, EN een Lourdesgrot! Ik ben nu al fan!Ik pak mijn camera in en mijn Beagle! Zin in! Oh. De auto is stuk – dus ja, we huren een auto, want draken zijn zeldzaam en als je de kans krijgt om er eentje te vinden moet je dat vooral niet laten. Maar die draak… die was dus al weggejaagd, zegt wiki. ‘In 692 werd Holset volgens de legende bezocht door bisschop Lambertus van Maastricht. Hij zegende de giftige bron die volgens de legende vergiftigd zou zijn door de god Bel toen de dorpsbewoners tot het christendom bekeerden. Met het zegenen van de bron kwam er een helse draak uit die Lambertus verdreef. Sindsdien zou de bron een wonderbron zijn gewijd aan Lambertus.’
Hm. We zullen zien.
Draken, Lourdesgrotten, tempels en een heidense god! Nu was ik helemaal niet meer te houden, dus zoon, Beagle en ik gingen op pad, vanuit Amsterdam naar het wonderschone Limburg.
Na een lange maar prettige reis kwamen we aan in het dorpje. Typisch Limburgs: glooiende heuvels, kerken, kapelletjes en wielrenners. De mensen spraken er Duits, Nederlands en Frans. We vonden de Genova/Lambertuskerk snel: het is een grote kerk voor zo’n klein dorpje.
De kerk was dicht. Potdicht. Geen draak te bekennen op de begraafplaats.
Waar is die bron, aan de achterkant misschien? We liepen om de kerk heen, Ravna de Beagle als verkenner – ja, de Lourdesgrot! Ik blijf dat verbazingwekkende constructies vinden, en ook deze was zeer apart. Ik ken ze van zwart gespoten Brabants piepschuim, maar deze was deels gemaakt van echte stenen en fossielen.
De Lourdesgrot zat potdicht. Zo te zien al een tijdje. Op een bordje gekmakende informatie over de bron en gemene heidense zaken- ‘Heidense praktijken en duistere machten!’ Die wil ik! Maar er is geen bron te zien. Er was wel een paddenpoel. Is dat dan de oude heilige bron? De padden vinden van wel. Na veel gezoek en gecirkel om de kerk zijn we neergestreken op een terrasje. De serveerster wist meer over de bron. Die blijkt ‘onder het atelier’ te zitten: een pand vlakbij. In een huis. Onder een huis. En dat huis is potdicht. ‘Ja, de bron… heel vervelend, al dat vocht in huis…’ zegt de serveerster. ‘Ze gaan m dichtgooien…’
De bron hebben we dus niet gezien. En toch… ondanks dit, was het een fijne plek. Een mooie magische wondervolle plek, zelfs als alles potdicht is.
En er was iets, er is iets daar, en dat is te voelen.
Iets drakerigs…
Ik geloof niet dat de draak weg is. Volgens mij is het die Lambertus helemaal niet gelukt, dat wegjagen. Ik denk dat Draak slaapt. En misschien, op een doordeweekse gewone doorsnee Limburgse dag, ja, dan opent hij een oog, dan een tweede… en dat rekt hij zich uit, loopt dwars door de Lourdesgrot, eet het beeldje op van Sint Lambertus en gaat op jacht.
Op wielrenners.
Tekst en foto’s: Linda Wormhoudt